Er gelden twee belangrijke uitgangspunten voor mediation: vrijwilligheid en vertrouwelijkheid. U kunt immers niemand dwingen om aan het mediationproces mee te doen, dit gebeurt op vrijwillige basis. Daarnaast mogen de deelnemers geen informatie uit de mediation naar buiten brengen. Deze principes liggen vast in de mediationovereenkomst, die de partijen en de mediator aan het begin van het mediationproces ondertekenen.
Het mediationproces begint met een voorbereidingsfase waarbij beide partijen op papier moeten zetten waar het probleem voor hen zit. Vervolgens wordt er kennis gemaakt met de mediatior die u de komende tijd gaat helpen. In deze fase is het belangrijk om te weten waarom er gekozen is voor mediation en welke verwachtingen er wederzijds zijn. Dan start het informele mediationproces. De mediator nodigt de partijen uit hun kant van het verhaal te vertellen en zorgt ervoor dat beide partijen evenveel aan bod komen. Emoties spelen in deze fase een cruciale rol. De bedoeling is om tot de kern van het conflict te komen, wensen en belangen op te stellen en te bepalen wat belangrijk is voor de toekomst. Vervolgens wordt er gekeken naar passende oplossingen en de haalbaarheid daarvan. Het doel is om tot een duurzame en door beide partijen gedragen eindoplossing te komen. Het proces wordt afgerond met een vaststellingsovereenkomst. Deze overeenkomst wordt ondertekend door beide partijen en is rechtsgeldig. Dat betekent dat de afspraken bij de rechter kunnen worden afgedwongen wanneer één van de partijen zich hier niet aan houdt.
Het mediationproces duurt zo'n 3 à 5 bijeenkomsten. Iedere bijeenkomst duur ongeveer 1 à 2 uren. Hoe vaak er bij elkaar gekomen moet worden is afhankelijk van het conflict. Gedurende de gesprekken stellen de partijen zich actief op. De mediator zal de partijen stimuleren tot overleg, waarbij formele standpunten vervaagd worden en de belangen van de partijen centraal staan. De rol van de mediator is neutraal; hij/zij begeleidt de partijen slechts bij het vinden van een oplossing.